Het stedelijke ongediertebestrijdingsbedrijf moet een team vormen met medewerkers die getraind zijn in het toepassen van giftige producten. Bovendien moet elk ongediertebestrijdingsbedrijf over een wettelijk gekwalificeerde technische medewerker beschikken om functies te kunnen uitvoeren die verband houden met de geleverde diensten.
Deze medewerker kan worden opgeleid in de biologie, chemie, farmacie of diergeneeskunde.
Wat de gebruikte producten betreft, moet de verpakking ervan naar behoren worden geëtiketteerd bij de ontvangst van de uitvoering van de dienst. Na gebruik moet de werknemer de verpakkingen terugsturen naar het bedrijf waar hij werkt, zodat het bedrijf de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de giftige residuen de bodem en het grondwater niet verontreinigen.
Behandeling van het product
Lege verpakkingen, die in de toekomst zullen worden gebruikt, moeten schoon worden opgeslagen. Degenen die niet kunnen worden hergebruikt, zullen moeten worden vernietigd door verbranding of door verwerking in de klinkeroven (oven gemaakt van het mengsel van kalksteen, klei, silicium, aluminium en ijzer).
Het vervoer van pesticiden kan alleen gebeuren met de exclusieve voertuigen van het bedrijf, met compartimenten die contact tussen het materiaal en de passagiers voorkomen. De behandeling van de producten kan alleen worden gedaan door getrainde, geïdentificeerde, geüniformeerde medewerkers en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het stedelijke ongediertebestrijdingsbedrijf kan geen methoden van producttoepassing onthullen die niet wetenschappelijk bewezen zijn. Bovendien moeten bedrijven het bedrijfsvergunningsnummer, dat meestal door een staat of gemeente wordt verstrekt, doorgeven.
De sociale rol van stedelijke ongediertebestrijding
Door de veelheid aan ziekten die door insecten en knaagdieren worden meegebracht, is het belang van stedelijke ongediertebestrijding onbetwistbaar.
Wat velen niet weten is dat de behandeling tegen ongedierte ook preventief kan worden toegepast. Dit voorkomt dat ongewenste wezens een gunstige omgeving vinden om zich voort te planten.